Examples of using "Restaurante" in a sentence and their dutch translations:
Ze zijn in het restaurant.
Ze aten in een restaurant.
Ik hou van dat restaurant.
Het restaurant is mooi.
We gingen naar een restaurant.
Het restaurant bevindt zich op de benedenverdieping.
Welkom in ons restaurant!
- Ik werkte in een restaurant.
- Ik heb in een restaurant gewerkt.
- Wil jij jouw eigen restaurant openen?
- Wil je je eigen restaurant openen?
- Wilt u uw eigen restaurant beginnen?
- Ik kan dat restaurant aanbevelen.
- Ik kan dit restaurant aanbevelen.
Waar is het restaurant?
Het restaurant is leeg.
Het restaurant was stil.
Ze aten op restaurant.
Het restaurant is gesloten.
Het restaurant was leeg.
Het is een goedkoop restaurant.
Er is hier een restaurant.
Hoe was dat restaurant?
Is het restaurant duur?
Dat restaurant is te duur.
- Het restaurant is altijd vol.
- Het restaurant zit altijd vol.
De sfeer in dit restaurant bevalt mij.
Welkom in ons restaurant!
Ons restaurant is het beste.
Mijn vader heeft een restaurant.
Ik zag Tom in het restaurant.
Het restaurant was bijna leeg.
Dit restaurant accepteert alleen contant geld.
- We hebben een geweldig restaurant gevonden.
- We vonden een geweldig restaurant.
Ik kan het restaurant niet vinden.
Dat restaurant serveert uitstekend eten.
Ik ga om 19.30 uur naar het restaurant.
Ik vond dit restaurant toevallig.
Dit restaurant zit altijd vol.
Wanneer gaat het restaurant open?
Ik ken een goed Italiaans restaurant.
Ik kwam dat restaurant toevallig tegen.
Ik heb een goed Mexicaans restaurant gevonden.
Dit is het restaurant waar ze werkte.
Wat is jouw lievelingsrestaurant?
Weet je waar het restaurant is?
Ga je vanavond naar het restaurant?
Zou je een goed restaurant kunnen aanbevelen?
- Kent gij een goed restaurant in deze buurt?
- Kent u een goed restaurant in deze buurt?
Het is een goed restaurant, maar wel behoorlijk duur.
Ik heb mijn eigen restaurant nu.
Kan je een goed restaurant aanbevelen?
Er is een nieuw restaurant op Cherry Avenue.
De man verliet het restaurant zonder te betalen.
Dit restaurant is aan een rivierbedding gelegen.
Hij is de hoofdkok van het restaurant.
Ik ben hem in het restaurant tegengekomen.
Ons restaurant is beter dan dat andere.
We gaan vanavond in een Chinees restaurant eten.
Kate liep naar het restaurant van mijn vader.
Ons restaurant is beter dan dat andere.
Dit is het oudste restaurant van Boston.
- Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
- Ik kan het mij niet veroorloven in zo een duur restaurant te eten.
Iedereen zegt dat het eten in dit restaurant erg goed is.
Er is een niet-roken bord in het restaurant.
Vroeger gingen wij iedere zondag uit eten, maar tegenwoordig kunnen wij ons dat niet meer permitteren.
Tegenover het museum zult ge twee gebouwen zien, en het restaurant is het grootste van beide.
De mensen hier zijn kieskeurig wat eten betreft, dus zelfs als een restaurant niet duur is, zal het snel failliet gaan als het eten niet goed smaakt.