Examples of using "Terça" in a sentence and their dutch translations:
"Is het maandag of dinsdag?" "Vandaag is het dinsdag."
Is het al dinsdag?
Heb je dinsdag tijd?
Het is aan het regenen sinds dinsdag.
- Kom dinsdag, zo mogelijk.
- Kom als het kan dinsdag.
Je kunt evengoed tot dinsdag wachten.
Overmorgen is het dinsdag.
Het gaat makkelijk worden dit werk voor dinsdag af te krijgen.
Als gisteren maandag was, dan is het vandaag dinsdag.
Het gaat makkelijk worden dit werk voor dinsdag af te krijgen.
Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de dagen van de week.
De dagen van de week zijn maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.
Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de zeven dagen van de week.