Examples of using "Билеты" in a sentence and their dutch translations:
Zijn er nog enige kaartjes over?
- Heb je de kaartjes?
- Hebben jullie de kaartjes?
Heb je de kaartjes?
Hoeveel hebben de tickets gekost?
De biljetten zijn uitverkocht.
Zijn de treinkaartjes duur?
Ik heb voor de kaartjes betaald.
Tom heeft voor de kaartjes betaald.
We kopen filmkaartjes.
- Ik betaalde voor deze tickets.
- Ik betaalde deze boetes.
Tom is degene die voor de kaartjes betaald heeft.
- Waar koop je buskaartjes?
- Waar koopt men buskaartjes?
Ik heb nog niet voor de kaartjes betaald.
Waar kan ik ticketten kopen voor het theater?
Laten we naar het station gaan en kaartjes kopen.
Heb je echt gratis kaarten voor het concert?
Kaartjes voor de wedstrijd van vandaag gingen als warme broodjes over de toonbank.
Heb je een retourkaartje gekocht?