Examples of using "дар" in a sentence and their dutch translations:
Het leven is een geschenk.
Het was gewoon een geschenk.
Goede wijn is een geschenk van de goden.
Je krijgt dit enorme geschenk, het leven,
Je bent muzikaal begaafd.
Je vergelijkt appelen met peren!
Nu is verhalen vertellen de grote Ierse overlevingstechniek
Ik heb respect voor je talent.
Ik zag het geschenk van haar kalme, aandachtige aanwezigheid,
Ze stonden met stomheid geslagen.
Ik was sprakeloos.
- Je vergelijkt appelen met peren!
- Jullie vergelijken appels met peren!
- U vergelijkt appels met peren!
- Je vergelijkt appels met peren!
Tijdens het fietsen heeft een sprinter me ingehaald. Ik was sprakeloos.
- Je vergelijkt appelen met peren!
- Je vergelijkt appels met peren.
- U vergelijkt appels met peren.
- Jullie vergelijken appels met peren.