Examples of using "дверью" in a sentence and their dutch translations:
- Let op de deur.
- Houd de deur in de gaten.
Wat zit er achter de deur?
Hij verborg zich achter de deur.
Hij stond achter de deur.
De jongen verstopte zich achter de deur.
Wat staat er op het bord boven de deur?
Ik sta voor de deur maar er is niemand.
Ze sloeg de deur dicht.
We stonden voor de deur en wachtten.
Er hangt een tweede spiegel naast de deur.
De stoel staat dicht bij de deur.
- Ik kan niet slapen met een gesloten deur.
- Ik kan niet slapen met de deur dicht.
Tom en Maria stonden vlak buiten de deur tegen elkaar te fluisteren.
Ik sta voor de deur maar er is niemand.
Er hangt een tweede spiegel naast de deur.
- Mary rende huilend weg en sloeg de deur van haar slaapkamer dicht.
- Mary rende huilend weg en sloeg de deur van haar slaapkamer toe.