Examples of using "нахожу" in a sentence and their dutch translations:
Ik vind je heel aantrekkelijk.
Ik vind dat hij gelijk heeft.
Ik vind haar charmant en aantrekkelijk.
Ik heb er geen woorden voor.
Ik kom heel goed overeen met mijn stiefmoeder.
- Ik vind dit leuk.
- Ik vind dit vermakelijk.
Ik kan het mes niet vinden.
Grammaticaal gezien vind ik de Duitse taal het moeilijkst.
Ik vind het Russische alfabet niet zo moeilijk.
- Ik kan mijn handschoenen niet vinden.
- Ik vind mijn handschoenen niet terug.
Steeds wanneer ik iets vind dat me bevalt, is het te duur.
- Misschien vindt u uw opmerking onschuldig, maar ik vond het erg beledigend.
- Misschien vind je je opmerking onschuldig, maar ik vond het erg beledigend.
Ik vind vreemde talen erg interessant.