Examples of using "отдал" in a sentence and their dutch translations:
Tom gaf Maria de sleutels.
Ik gaf Tom al mijn geld.
Hij heeft zijn fototoestel aan zijn vriend gegeven.
Hij heeft zijn leven gegeven voor zijn vaderland.
Tom gaf Maria zijn nier.
Ik heb je al de helft gegeven.
Hij gaf zijn leven voor de natie.
Tom gaf Maria al zijn geld.
Ik gaf Tom al mijn geld.
Ik gaf Tom al mijn geld.
Tom gaf al zijn geld aan Maria.
- Hij gaf al zijn geld weg voor het goede doel.
- Hij gaf al zijn geld weg aan goede doelen.
Hij gaf zijn leven voor zijn land.
Ik gaf de bedelaar al het geld dat ik had.
Ik gaf de bedelaar al het geld dat ik had.
- Ik gaf de bedelaar al het geld dat ik had.
- Ik gaf het geld dat ik bij me had aan de bedelaar.
Hij gaf me al het geld dat hij bij zich had.
Hij overhandigde mij de brief, en ging weg.
- Aan wie heb je het gegeven?
- Aan wie heeft u het gegeven?
- Aan wie hebben jullie het gegeven?