Examples of using "поплавать" in a sentence and their dutch translations:
- Je mag zwemmen.
- U mag zwemmen.
- Jullie mogen zwemmen.
Wat denk je ervan om te gaan zwemmen?
Ik wil gaan zwemmen.
Ik wil gaan zwemmen.
Wat denk je ervan om te gaan zwemmen?
om met bultruggen te zwemmen.
Ik zou graag gaan zwemmen.
Wanneer kan ik hier zwemmen?
Tom zei dat hij wilde gaan zwemmen.
Ik zou graag in deze rivier zwemmen.
Zullen we gaan zwemmen?
Het is warm vandaag, dus je kunt in zee zwemmen.