Translation of "посолил" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "посолил" in a sentence and their dutch translations:

Том посолил яйцо.

- Tom heeft wat zout op zijn eieren gelegd.
- Tom strooide wat zout op zijn eieren.

- Он случайно посолил себе кофе.
- Он случайно насыпал соли себе в кофе.
- Он по ошибке насыпал соли себе в кофе.

Hij deed per ongeluk zout in zijn kopje koffie.