Examples of using "приходил" in a sentence and their dutch translations:
Wie is er gekomen?
Is Tom gister hier geweest?
- Wie kwam?
- Wie was gekomen?
Is Tom gister hier geweest?
Hij kwam verschillende keren.
- Ik ben daar tientallen keren geweest.
- Ik ben daar tientallen keren heen gegaan.
De pizzabezorger is nog niet gekomen.
Is de postbode al gekomen?
Je zult niet geloven wie vandaag gekomen is!
Een zekere mijnheer Brown is vanmorgen gekomen.
Hier zou ik nooit terugkeren.
Voor zover ik weet is hij nog nooit op tijd gekomen.
Er kwam nooit iemand op mijn verjaardag.
- Mijn vader vroeg me wie er gisteren op bezoek was gekomen.
- Mijn vader vroeg me wie hem gisteren was komen bezoeken.
Hij kwam vaak bij ons op bezoek toen ik nog een kind was.
Gisteren kwam hij naar mijn kantoor.
Hij kwam vaak bij ons op bezoek toen ik nog een kind was.