Examples of using "сделал»" in a sentence and their dutch translations:
- Wie heeft het gedaan?
- Wie deed het?
Wat heeft Tom gedaan?
Tom deed het expres.
Tom maakte zijn huiswerk.
Waarom heeft Tom dit gedaan?
- Deze foto heeft hij gemaakt.
- Deze foto heeft hij getrokken.
- Hij heeft deze foto gemaakt.
- Deze foto heeft hij genomen.
Waarom heb ik het gedaan?
Hij gaf mij een compliment.
Wat heeft hij vandaag gedaan?
Ik heb mijn huiswerk gemaakt.
Je deed het met opzet!
Hij heeft het zelf gedaan.
- Tom deed het opzettelijk.
- Tom deed het expres.
Tom deed niets.
Ik heb dat al gedaan.
Is het je gelukt?
Wie nam de foto?
Wat heeft hij gedaan?
- Deed ik dat?
- Heb ik dat gedaan?
Je hebt fouten gemaakt.
- Wie heeft dat gedaan?
- Wie deed dat?
Wie heeft bijgedragen?
Ik heb een stommiteit begaan.
- Tom maakte een U-bocht.
- Tom maakte rechtsomkeer.
- Wat heeft Jean gedaan?
- Wat heeft Jean gemaakt?
Heb je je huiswerk gedaan?
Ik heb mijn huiswerk gemaakt.
Tom was degene die het gedaan had.
Heb je een keuze gemaakt?
- Dat heeft hij gedaan.
- Hij heeft het gedaan.
Heb je je huiswerk gedaan?
- Zag je wie het deed?
- Heb je gezien wie het deed?
- Heeft u gezien wie het deed?
- Zag u wie het deed?
Je hebt dit expres gedaan!
- Je hebt dit expres gedaan!
- Gij hebt dat met opzet gedaan!
- Dat heb je met opzet gedaan!
- Dat heb je opzettelijk gedaan!
Zo heb ik dat gedaan.
Ik weet niet hoe ik het deed. Wat belangrijk is, is dát ik het deed.
Tom heeft gedaan wat hij kon doen.
Dat heb ik één keer gedaan.
Wil je weten wie dat gedaan heeft?
- Wie heeft je dit aangedaan?
- Wie heeft je dat aangedaan?
Hij heeft geen fout gemaakt.
- Ik heb dat niet met opzet gedaan.
- Ik heb het niet opzettelijk gedaan.
Ja, ik heb dat expres gedaan.
Ik heb dit voor jou gedaan.
Dat werd het dus.
die daarvoor nodig was.
Ik heb het zelf gemaakt.
Heb je je huiswerk gedaan?
Mijn echtgenoot heeft een vasectomie ondergaan.
- Hij deed het tegengestelde.
- Hij deed het tegenovergestelde.
Dat heb ik toch al gedaan.
Hij zette een stap vooruit.
Wat heb je haar aangedaan?
- Wat heb je hem aangedaan?
- Wat heb je met hem gedaan?
Hoe heeft hij dat gedaan?
- Gij hebt dat met opzet gedaan!
- Dat heb je met opzet gedaan!
Niemand heeft iets gedaan.
Ik heb dat al gedaan.
Tom maakte veel fouten.
Deze foto heeft hij gemaakt.
Heeft Tom iets gedaan?
Wanneer deed ik dat?
Ik zette de eerste stap.
Wie heeft dit gebak gemaakt?
Ik heb het zelf gemaakt.
De dokter heeft mij een inspuiting gegeven.
- Waarom deed ik dat?
- Waarom heb ik dat gedaan?
Heeft hij jou ten huwelijk gevraagd?
Ik deed Tom een gunst.
Hij heeft het zelf gedaan.
- Tom nam even vijftien minuutjes pauze.
- Tom nam vijftien minuten pauze.
Wie heeft die doos gemaakt?
Ik heb een papieren vliegtuig gemaakt.
Hij gaf mij een compliment.
Ge hebt veel fouten gemaakt.
Tom nam nog een slok.
Tom deed het verkeerd.
Hij maakte haar gelukkig.
Ik heb niks gedaan.
Hij maakte een gebaar met zijn hand.
Tom deed niets.
Hij vroeg haar ten huwelijk.
Besef je wat je gedaan hebt?
- Waarom heb je dit gedaan?
- Waarom deed je dat?
- Waarvoor heb je het gedaan?