Examples of using "Americana" in a sentence and their dutch translations:
Ze is Amerikaanse.
- Lucy is een Amerikaan.
- Lucy is Amerikaans.
Die scholier is Amerikaanse.
- Dit is een oud Amerikaans gebruik.
- Dat is een oud Amerikaans gebruik.
Ik ben een groot bewonderaar van de Amerikaanse cultuur.
Syrisch, Amerikaans, hijabi, activiste, voorvechter van sociale rechtvaardigheid.
Amerikanen noemen het de Vietnamoorlog; de Vietnamezen noemen het de Amerikaanse oorlog.
Hij is een diplomaat bij de Amerikaanse ambassade.
Excuseer me. Waar is de Amerikaanse ambassade?