Translation of "Arrestar" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Arrestar" in a sentence and their dutch translations:

La Policía debe arrestar al ladrón.

- De politie moet de dief aanhouden.
- De politie moet de dief arresteren.

El jefe de personal de Napoleón, al arrestar a uno de sus amigos por insubordinación.

de stafchef van Napoleon, gekregen door een van zijn vrienden te arresteren wegens insubordinatie.