Examples of using "Enamorada" in a sentence and their dutch translations:
Ik was niet verliefd.
Ben je verliefd op Tom?
- Ik houd van hem.
- Ik hou van hem.
Ik ben verliefd op jou.
Ze is op Tom verliefd.
Ik ben nog steeds verliefd op hem.
Ze houdt van hem.
Ik ben heel verliefd op hem.
Ik ben verliefd op jou.
Men zegt dat zij verliefd is op hem.
- Ik ben verliefd op jou.
- Ik ben verliefd op je geworden.
Ben je verliefd op Tom?
- Ge weet niet hoe verliefd ik op u ben.
- Je weet niet hoe verliefd ik op je ben.
“Ik ben niet meer verliefd op Tom.” “Weet je het zeker?”
"Mijn zus is verliefd op jou." "Wat?"
Ik ben verliefd op jou.
- Ik houd van hem.
- Ik hou van hem.
Ik ben even verliefd als de eerste dag.
Ik weet dat u verliefd op mij bent!