Examples of using "Sida" in a sentence and their dutch translations:
Hij is besmet met aids.
Hij is besmet met aids.
Hij werkt in de aids-research.
Aids betekent "verworven immunodeficiëntiesyndroom".
Ik hou me bezig met het aidsonderzoek.
- Wil je getest worden op hiv?
- Wilt u getest worden op hiv?
- Ze werd op hiv getest.
- Ze werd getest op hiv.
Wetenschappers werken hard om een einde te maken aan aids.
"Is het mogelijk om aids te krijgen van wc-brillen?" "Nee, dat is niet mogelijk."