Examples of using "Uzattı" in a sentence and their dutch translations:
Hij stak zijn rechterarm uit.
Ze verlengde haar verblijf met vijf dagen.
- Tom gaf het mes aan Maria.
- Tom overhandigde het mes aan Maria.
Tom gaf Mary de sleutels.
Tom overhandigde Maria het contract.
Tom gaf Maria een kopje.
Tom gaf Mary een blaadje papier.
Tom gaf Mary de zaklamp.
Tom gaf Mary de aktetas.
Tom gaf Mary een banaan.
Ze gaf hem een boek.
Hij strekte zijn arm om het boek te grijpen.
Tom heeft een snor laten groeien.
Tom overhandigde Mary een grote envelop.
Ze gaf hem het geld dat ze hem schuldig was.
Tom haalde direct de brief uit z'n tas en gaf hem aan mij.
Tom schreef zijn telefoonnummer op een servet en gaf ze aan Maria.
Tom pakte een biertje uit de koelkast en gaf het aan Mary.
Ze gaf hem zijn jasje, opende vervolgens de deur en vroeg hem te vertrekken.