Examples of using "„koekoek”" in a sentence and their russian translations:
Deze vogel wordt „koekoek” genoemd.
Эта птица известна как кукушка.
Deze vogels worden „koekoek” genoemd.
Эта птица называется кукушка.
- Dat haal je de koekoek. - Zeker. - Natuurlijk. - Duidelijk. - Jazeker. - Jawel. - Uiteraard! - Zeker weten! - Spreekt voor zich. - Dat spreekt vanzelf. - Maar natuurlijk! - Dit is een kwestie van gezond verstand.