Examples of using "Allergy" in a sentence and their dutch translations:
Tom is allergisch voor stuifmeel.
Ik ben allergisch voor melk.
Ik heb een allergie voor pinda's.
- Deze eekhoorn heeft een notenallergie.
- Deze eekhoorn is allergisch voor noten.
Heb je een voedselallergie?
Ik ben allergisch voor melk.
- Tom is allergisch voor pinda's.
- Tom heeft een pinda-allergie.
- Deze eekhoorn heeft een notenallergie.
- Deze eekhoorn is allergisch voor noten.
Ik ben allergisch voor melk.