Examples of using "Tiger" in a sentence and their dutch translations:
Rustig aan, knul.
Dit is geen tijger.
Tom is door een tijger opgegeten.
De tijgermantisgarnaal.
Tom heeft een tijger gedood.
Een tijger duikt op vlakbij.
Hij werd door een tijger verslonden.
De tijger zoekt een prooi.
De tijger is een roofdier.
Er is een tijger ontsnapt uit de dierentuin.
De man droeg een tijgermasker.
Een tijger is groter en sterker dan een kat.
Wie is het sterkst, een tijger of een leeuw?
De tijger lag in het midden van de kooi.
Een tijger is groter en sterker dan een kat.
Een tijger is groter en sterker dan een kat.
Het was tijdens de ijstijd dat de sabeltandtijger uitstierf.
- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.
De twaalf dieren van de Chinese dierenriem komen van elf diersoorten die in de natuur voorkomen, met name de rat, os, tijger, konijn, slang, paard, aap, haan, hond en varken, en ook de legendarische draak; ze worden als kalender gebruikt.
Het dozijn dierentekens in de Chinese dierenriem komen van de elf soorten dieren die in de natuur voorkomen: de rat, de stier, de tijger, de haas, de slang, het paard, het lam, de aap, de haan, de hond, en het varken - en de mythische draak; ze worden gebruikt als een kalender.