Examples of using "Léger" in a sentence and their dutch translations:
Ik reis licht.
We reizen licht.
Ik ben een beetje verkouden.
Ik heb mijn koffie graag slap.
dan nog heb je die kanteling.
Ik heb een beetje hoofdpijn.
Lucht is lichter dan water.
Er worden daarna versnaperingen gediend.
Geluk is slechts een vlindertje.
Ik heb lichte hoofdpijn vandaag.
Hij spreekt Esperanto met een licht Frans accent.
Door een lichte verkoudheid kon ik niet met mijn gezin naar Ibusuki.
- Ik heb een beetje koppijn vandaag.
- Ik heb lichte hoofdpijn vandaag.
- Ik heb vandaag hoofdpijn.