Examples of using "Pressentiment" in a sentence and their dutch translations:
Soms hebben we een negatief gevoel bij iets.
- "Hoe weet je dat?" "Het is maar een voorgevoel."
- "Hoe weet je dat?" "Het is maar een gevoel."
Ik heb een naar gevoel dat iets verkeerd is gegaan.
Ik heb een vermoeden dat de voorstelling zal worden geannuleerd; ze hebben niet veel kaartjes verkocht.