Examples of using "Zoo" in a sentence and their dutch translations:
Ze gingen naar de dierentuin.
Ik ging naar de dierentuin.
We zijn naar de dierentuin geweest.
- Hij gaat naar de dierentuin.
- Hij bezoekt de dierentuin.
Ik ging naar de dierentuin.
Ik ben naar de zoo geweest.
Ik werk in de zoo.
Ik ga graag naar de dierentuin.
Ik ging gisteren naar de dierentuin.
Ik heb een struisvogel gezien in de dierentuin.
Ik ging naar de dierentuin met mijn zuster.
Ze gingen naar de dierentuin.
ze verkochten zelfs de dieren in de dierentuin.
Het meisje drong aan om naar de zoo gebracht te worden.
Is er een dierentuin in Boston?
De dierentuin was op Eerste Kerstdag gesloten.
Ik ging naar de dierentuin met mijn zuster.
Er zijn ook bruine beren in de dierentuin.
Ik was met mijn kinderen in de dierentuin en mijn telefoon bleef maar gaan.
Zoudt ge willen naar de zoo gaan deze namiddag?
Zebra's en giraffes vind je in de dierentuin.
In de dierentuin praten de dieren over de eerstvolgende vakantie: - Vertel me, giraffe, waar ga je op vakantie naartoe? - Nou, ik heb een grote nek, mijn vrouw heeft een grote nek en mijn kinderen hebben ook grote nekken. En omdat we niet graag opvallen, gaan we naar Afrika, waar andere giraffen zijn. - En jij ijsbeer, waar ga je heen? - Nou, ik heb een grote vacht, mijn vrouw heeft een grote vacht en mijn kinderen hebben ook een grote vacht. En omdat we niet graag opvallen, gaan we naar de Noordpool, waar andere ijsberen zijn. - En jij, de krokodil, waar ga jij heen? - Nou, ik heb een grote mond, mijn vrouw heeft een grote mond, mijn kinderen hebben ook een grote mond, dus omdat we niet graag opgemerkt worden, gaan we naar Londen....