Translation of "Ehre" in Dutch

Ehre sei Buddha!

Boeddha zij geprezen.

Was für eine unfassbare Ehre,

Het was een enorm voorrecht

Man verliert leicht die Ehre.

Men verliest gemakkelijk zijn eer.

Mit wem habe ich die Ehre?

Met wie heb ik de eer?

- Gelobt sei Buddha.
- Ehre sei Buddha!

Boeddha zij geprezen.

Eine Ehre. EX-VERTEIDIGUNGSMINISTER EX-MLN-MITGLIED

Een eer. OUD-MINISTER VAN DEFENSIE - OUD-LID MLN

Es ist eine große Ehre, ihn kennenzulernen.

Het is een grote eer hem te leren kennen.

Ich hatte nicht die Ehre, ihn zu kennen.

Ik had de eer niet om hem te ontmoeten.

Es ist mir eine Ehre, Ihnen zu begegnen.

Het is mij een eer u te mogen ontmoeten.

Je größer die Gefahr, desto größer die Ehre.

Hoe groter het gevaar, des te groter de eer.

Ehre folgt der Tugend, als wäre sie ihr Schatten.

- Eer volgt de deugd als ware deze de schaduw ervan.
- Eer volgt de deugdzaamheid als ware deze haar schaduw.

Aber heute kämpfen wir mehr denn je um unsere Ehre. “

maar vandaag vechten we meer dan ooit voor onze eer. "

- Mit wem spreche ich?
- Mit wem habe ich die Ehre?

Met wie heb ik de eer?

Er hatte die Ehre, einem großen Schriftsteller vorgestellt zu werden.

Hij had de eer voorgesteld te worden aan een groot schrijver.

Es gereicht Ihnen zur Ehre, dass Sie die Wahrheit gesagt haben.

- Het siert je dat je de waarheid hebt verteld.
- Het siert jullie dat jullie de waarheid verteld hebben.

- Je größer die Gefahr, desto größer die Ehre.
- Viel Feind, viel Ehr'.

Hoe groter het gevaar, des te groter de eer.