Examples of using "Kannte" in a sentence and their dutch translations:
- Ik kende jouw broer.
- Ik kende uw broer.
- Ik kende jullie broer.
Ik wist het!
Iedereen in het dorp kende hem.
Ze kende dat verhaal al.
Ik kende Tom persoonlijk.
Tom kende Maria niet.
Iedereen kende dit liedje.
Ik heb je vader gekend.
Ik kende uw broer.
Ik kende haar nauwelijks.
Hij kende de toestand niet.
- Ik had geen weet van zijn plan.
- Ik kende zijn plan niet.
Die truc kende ik niet.
- Zijn nieuwsgierigheid kende geen grenzen.
- Hij had een grenzeloze nieuwsgierigheid.
Ik kende die vrouw helemaal niet.
Ik kende die vrouw helemaal niet.
Het schijnt dat niemand de waarheid kende.
Ik kende Tom vorig jaar nog niet.
Naast Tom kende ik daar niemand.
Ik kende Tom vorig jaar nog niet.
Ik deed net alsof ik haar niet kende.
Hij deed net alsof hij mij niet kende.
Zij deed net alsof ze mij niet kende.
Ik kende toen de levensstadia van een octopus.
Hij wist van het nieuws, maar hij hield het voor zichzelf.
Het kan zijn dat hij de formule niet kende.
Ik kende die melodie niet.
Ze wakkerde op een nieuwe manier mijn nieuwsgierigheid aan.