Translation of "Rechnung" in Dutch

- Die Rechnung bitte.
- Die Rechnung bitte!

- Mag ik de rekening alstublieft?
- Zou ik de rekening mogen hebben, alstublieft?
- Mag ik de rekening?

- Die Rechnung bitte.
- Die Rechnung, bitte.

De rekening, alstublieft.

- Die Rechnung bitte.
- Kann ich bitte die Rechnung haben?
- Die Rechnung bitte!

- Mag ik de rekening alstublieft?
- Mag ik de rekening?

- Schicken Sie mir die Rechnung.
- Schick mir die Rechnung.
- Schickt mir die Rechnung.

Stuur me de rekening.

Die Rechnung bitte!

- Controleer alsjeblieft.
- Controleer alstublieft.
- De rekening alstublieft.

Die Rechnung, bitte.

- De rekening, alstublieft.
- Mag ik de rekening alstublieft?
- Mag ik de rekening?
- De rekening alsjeblieft.

Die Rechnung bitte.

De rekening, alstublieft.

- Schicken Sie mir die Rechnung.
- Schickt mir die Rechnung.

Stuur me de rekening.

Hier ist die Rechnung.

- Hier is de rekening.
- Hier is het bonnetje.

Ich bezahle die Rechnung.

Ik betaal de factuur.

- Die Rechnung enthält einen Fehler.
- Es gibt einen Fehler in der Rechnung.

- Er is een fout in de rekening.
- Er is een fout in de berekening.
- Er staat een fout in de rekening.

- Fügen Sie das meiner Rechnung dazu.
- Setzen Sie das noch auf meine Rechnung!
- Schreiben Sie mir das auf die Rechnung.

Zet dat op mijn rekening.

Die Rechnung betrug hundert Dollar.

De rekening bedroeg 100 dollar.

Ich werde die Rechnung bezahlen.

Ik zal de rekening betalen.

Wer wird die Rechnung bezahlen?

Wie gaat de rekening betalen?

Die Rechnung enthält einen Fehler.

Er staat een fout in de rekening.

Diese Rechnung geht nicht auf.

De telling klopt niet.

Teilen wir uns die Rechnung.

- Laten we de rekening delen.
- Laten we de rekening splitsen.

Dem Paket lag eine Rechnung bei.

Bij het pakje zat een factuur.

Ich bringe Ihnen sofort die Rechnung.

Ik zal u direct de rekening brengen.

Fügen Sie das meiner Rechnung dazu.

Zet dat op mijn rekening.

Kann ich bitte die Rechnung haben?

- Zou ik de rekening mogen hebben, alstublieft?
- Mag ik de rekening?

Bringen Sie mir bitte die Rechnung!

Breng me alstublieft de rekening!

- Komm, wir saufen einen auf meine Rechnung.
- Komm, lass uns etwas auf meine Rechnung trinken!

Kom laten we drinken op mijn rekening.

Die Rechnung belief sich auf 100 Dollar.

De rekening bedroeg 100 dollar.

Es gibt einen Fehler in der Rechnung.

- Er is een fout in de rekening.
- Er staat een fout in de rekening.

Komm, wir saufen einen auf meine Rechnung.

Kom laten we drinken op mijn rekening.

Bitte setzen Sie das auf meine Rechnung.

Zet dat maar op mijn rekening.

Schicken Sie mir die Rechnung nach Hause!

Stuur me de factuur naar huis op, alstublieft.

Schreiben Sie mir das auf die Rechnung.

Zet dat op mijn rekening.

Nein, nein, das geht auf meine Rechnung.

- Nee, nee, ik heb het bij mij.
- Nee, nee, ik trakteer.
- Nee, nee, ik betaal.

Da ist ein Fehler in der Rechnung.

Er staat een fout in de rekening.

- Ich glaube, auf dieser Rechnung hat sich ein Fehler eingeschlichen.
- Ich glaube, in meiner Rechnung ist ein Fehler.

Ik geloof dat er een fout op mijn rekening staat.

Nach dem Essen bat ich um die Rechnung.

Na het eten vroeg ik om de rekening.

Ich glaube, in meiner Rechnung ist ein Fehler.

Ik geloof dat er een fout op mijn rekening staat.

- Das geht auf meine Rechnung.
- Diesmal zahle ich.

Deze keer trakteer ik.

Um dem Thema der Meditation wirklich Rechnung zu tragen.

om het onderwerp meditatie recht te doen.

Er sagt, er habe noch eine Rechnung mit dir offen.

Hij zegt dat hij met jou nog een eitje te pellen heeft.

- Ich habe ein Hühnchen mit dir zu rupfen.
- Wir haben noch eine Rechnung offen.

Ik heb met jou een appeltje te schillen.

- Tom teilte sich die Rechnung mit Maria.
- Tom hat die Zeche zusammen mit Maria bezahlt.

Tom heeft de rekening met Maria betaald.

Wenn man im Supermarkt alles ohne Nachdenken in den Einkaufswagen befördert, dann kann die Rechnung ganz schön schnell in die Höhe gehen.

Als je in de supermarkt alles zonder nadenken in je karretje dropt, dan kan de rekening al vlug erg oplopen.