Examples of using "Похожи" in a sentence and their dutch translations:
- Ze lijken op elkaar.
- Zij lijken op elkaar.
U ziet er niet Japans uit.
- Maar we hebben helemaal niets gemeen.
- We hebben helemaal niets met elkaar gemeen.
Jonge tijgers lijken op katten.
Deze twee bladeren lijken op elkaar.
Je o's zien eruit als a's.
Mijn problemen lijken erg op die van jou.
Alleen de Aarde en de Maan zijn tweelingen.
Jouw ogen doen me denken aan sterren.
De vlag van Indonesië en die van Polen gelijken op elkaar.
Je o's zien eruit als a's.
Jullie zien er niet Japans uit.
Dit zijn meer buitenaardse ninjakrabben.
Ze lijken op elkaar als twee druppels water.
Ken en zijn broer zijn zeer gelijkend.
Stop met foto’s maken. Je lijkt wel een toerist.
Jullie lijken erg op elkaar.
Ze lijken op elkaar als twee druppels water.
Je o's zien eruit als a's.
Je ziet er Japans uit.
Van buitenaf gezien is het net een grote opblaasbare zak.
Veel mensen zeggen dat een octopus net een alien is.
De embryo's en foetussen van alle zoogdieren lijken veel op elkaar.
Op het eerste gezicht lijken de twee bussen op elkaar.
Zoals, jammer genoeg, vluchtelingenkampen,
De twee broers zijn zo gelijkend dat het moeilijk is hen uit elkaar te houden.
Vind je niet dat Tom en John op elkaar lijken?
De Aarde en de Maan zijn eigenlijk een soort identieke tweeling.
“Je lijkt wel een toerist”. “Maar ik ben een toerist!”
Ze zien er hetzelfde uit, afgezien van de haarkleur.
De tweeling is zo gelijkend dat het bijna onmogelijk is de ene van de andere te onderscheiden.
- Jullie zien er niet Japans uit.
- U ziet er niet Japans uit.
- Je ziet er niet Japans uit.
Ik weet hoe ze eruitzien.
Je ziet eruit als een aap.
Gelukkige gezinnen lijken alle op elkaar, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.
Ze lijken zo op elkaar dat ik ze nooit uit elkaar kan houden.
Je ziet er dom uit.