Examples of using "прожил" in a sentence and their dutch translations:
Hij had een gelukkig leven.
Ik heb een lang leven geleid.
Ik heb een goed leven geleid.
Tom had een gelukkig leven.
Het leven van Mozart was heel kort.
Ik heb meer dan een maand in Nagoya doorgebracht.
- Hij heeft daar heel zijn leven gewoond.
- Hij woont daar vanaf zijn geboorte.
Hoelang heb je op het eiland gewoond?
Ik heb drie jaar in Australië gewoond.
Ik woonde een paar jaar in Australië.
Ik heb dertig jaar in Boston gewoond.
Ik heb vele jaren in Boston gewoond.
Ik heb drie maanden in Australië gewoond.
Ik woonde tot 2013 in Boston.
Tom woonde het grootste deel van zijn leven in Boston.
Hij leefde enkele jaren met haar samen in Italië.
Hij leefde een eenvoudig leven.
- Ik weet niet hoeveel jaar Tom in Boston woonde.
- Ik weet niet hoeveel jaar Tom in Boston heeft gewoond.
Hij heeft daar tien jaar gewoond, en dan is hij verhuisd naar Kioto.
Ik heb zes maanden in China gewoond.
Ik heb drie jaar in Boston gewoond.
Ik heb drie jaar in Boston doorgebracht.
Ik heb jaren in Boston gewoond.
Ik heb zes maanden in China gewoond.
Ik woonde twee maanden in Vancouver.
Ik woonde tot mijn zesde in Osaka.