Translation of "убежал" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "убежал" in a sentence and their dutch translations:

Вор убежал.

De dief rende weg.

Мальчик убежал.

- De jongen liep weg.
- De jongen rende weg.

Я убежал.

Ik vluchtte.

Почему он убежал?

Waarom is hij weggelopen?

- Завидев меня, он убежал.
- Он убежал, как только увидел меня.

Zodra hij mij zag, liep hij weg.

- Кот убежал.
- Кошка убежала.

- De kat is weggelopen.
- De kat rende weg.
- De kat is weggerend.

Вор убежал, увидев полицейского.

De dief liep weg toen hij een politieman zag.

Завидев полицейского, вор убежал.

De dief liep weg toen hij een politieman zag.

Он убежал, переодевшись полицейским.

Hij ontsnapte, verkleed als politieagent.

- Том сбежал.
- Том убежал.

Tom is weggelopen.

Вор убежал в сторону станции.

De dief rende weg in de richting van het station.

- Почему он убежал?
- Почему он сбежал?

Waarom is hij weggelopen?

Ней провел блестящий боевой отход и убежал.

Ney voerde een briljante vechtterugtrekking uit, en ontsnapte.

- Я хотел ударить его, но он убежал от меня.
- Я хотел его ударить, но он от меня убежал.

Ik wou hem slaan, maar hij liep van mij weg.

- Почему ты убежал?
- Почему ты убежала?
- Почему вы убежали?

- Waarom zijt ge weggelopen?
- Waarom zijn jullie weggelopen?
- Waarom bent u weggelopen?
- Waarom ben je weggelopen?