Examples of using "убежал" in a sentence and their dutch translations:
De dief rende weg.
- De jongen liep weg.
- De jongen rende weg.
Ik vluchtte.
Waarom is hij weggelopen?
Zodra hij mij zag, liep hij weg.
- De kat is weggelopen.
- De kat rende weg.
- De kat is weggerend.
De dief liep weg toen hij een politieman zag.
De dief liep weg toen hij een politieman zag.
Hij ontsnapte, verkleed als politieagent.
Tom is weggelopen.
De dief rende weg in de richting van het station.
Waarom is hij weggelopen?
Ney voerde een briljante vechtterugtrekking uit, en ontsnapte.
Ik wou hem slaan, maar hij liep van mij weg.
- Waarom zijt ge weggelopen?
- Waarom zijn jullie weggelopen?
- Waarom bent u weggelopen?
- Waarom ben je weggelopen?