Examples of using "Öğrendin" in a sentence and their dutch translations:
- Je leerde.
- Jullie leerden.
Waar heb je dat geleerd?
Van wie heb je dit geleerd?
Hoe heb je geleerd?
Waar heb je Frans geleerd?
Waar heb je dat geleerd?
Ik denk dat je je lesje geleerd hebt.
- Waar heb je Frans leren spreken?
- Waar heeft u Frans leren spreken?
- Waar hebben jullie Frans leren spreken?
- Waar heb jij schieten geleerd?
- Waar heeft u schieten geleerd?
Wanneer heb je leren zwemmen?
Waar heb je autorijden geleerd?
- Welke vreemde talen heeft u gestudeerd?
- Welke vreemde talen heb je gestudeerd?
Hoe wist je dat zij ziek was?
- Hoe wist ge dat hij getrouwd is?
- Hoe wist je dat hij getrouwd was?
Hoe ben je erachter gekomen dat je broer daar woonde?
Wanneer heb je daarover gehoord?
Hebben jullie Frans leren praten, toen jullie kinderen waren?
Je hebt een hoop geleerd, hè?
Wanneer heb je leren zwemmen?
- Wanneer kwam u erachter dat Tom dat niet moest doen?
- Wanneer ben je erachter gekomen dat Tom dat niet moest doen?