Translation of "Shall" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "Shall" in a sentence and their dutch translations:

- Shall we begin?
- Shall we start?

Zullen we beginnen?

- Shall we begin?
- Shall we start?
- Let's get started, shall we?

Beginnen we eraan?

Shall we?

Zullen we?

Shall we dance?

Zullen we dansen?

Shall we go?

Zijn we weg?

We shall see.

We zullen zien.

He shall die.

Hij zal sterven.

Shall we begin?

- Beginnen we eraan?
- Zullen we beginnen?

- What shall I begin with?
- Which shall I begin with?

Waar zal ik mee beginnen?

‘Laughing shall I die.’

'Lachend zal ik sterven.'

You shall not pass.

Hier kom je niet door.

Shall I help you?

- Moet ik je helpen?
- Zal ik je even helpen?

Where shall we go?

Waar zullen we naartoe gaan?

Where shall we meet?

- Waar zien we elkaar?
- Waar ontmoeten we elkaar?
- Waar spreken we af?

Shall we begin now?

Zullen we nu beginnen?

Shall we go together?

Gaan we samen?

You shall not kill.

Gij zult niet doden!

Shall we go now?

Zullen we nu gaan?

They shall not pass!

- Ze zullen niet passeren!
- Ze zullen er niet doorkomen!

- They shall not pass.
- They will not pass!
- They shall not pass!

- Ze zullen niet passeren!
- Ze zullen er niet doorkomen!

- Shall we go for a drink?
- Shall we go for a pint?

Gaan we iets drinken?

Shall we take a taxi?

Nemen we een taxi?

Shall we walk or drive?

Zullen we lopen of met de auto gaan?

What shall I do next?

Wat zal ik daarna doen?

So, where shall we begin?

Dus, waar zullen we beginnen?

Where shall we eat tonight?

Waar zullen we vanavond eten?

What time shall I come?

Hoe laat moet ik komen?

What shall we eat tonight?

Wat eten we vanavond?

Shall I carry your coat?

- Zal ik uw jas brengen?
- Zal ik je mantel brengen?

What shall we do afterwards?

Wat zullen we daarna doen?

Shall we go to Lithuania?

Zullen we naar Litouwen gaan?

- When shall we go?
- When will we go?
- What time shall we go?

Wanneer zullen we gaan?

Shall I get you some water?

Kan ik je wat water geven?

Which game shall we play next?

Welk spel zullen we nu spelen?

Shall we go to the cinema?

Zullen we naar de bios gaan?

- He shall die.
- He must die.

Hij moet dood.

Shall we go for a walk?

Zullen we gaan wandelen?

Shall we meet at the library?

Spreken we in de bibliotheek af?

Fatherland or death, we shall overcome.

Het vaderland of de dood - Wij zullen winnen.

When and where shall we meet?

Wanneer en waar zullen wij elkaar ontmoeten?

I shall not forget about you.

Ik wil je niet vergeten.

Shall we take a picture here?

Zullen we hier een foto maken?

Who seeds wind, shall harvest storm.

Wie wind zaait, zal storm oogsten.

We shall die sooner or later.

Vroeg of laat gaan we dood.

It’s acceptance of whatever shall be.

Het is een aanvaarding van wat het ook zal zijn.

Shall we meet at the cafe?

Zullen we afspreken bij het café?

- All shall die.
- Everyone will die.

Iedereen zal sterven.

- Thou shalt not commit adultery.
- You shall not commit adultery.
- You shall not prostitute yourself.

Dat je geen echtbreuk zult plegen.

Ask, and it shall be given you.

- Vraag en u zal gegeven worden.
- Vraagt en gij zult krijgen.

What shall I do with her letter?

Wat zal ik met haar brief doen?

- He shall be scolded.
- I'll scold him.

- Ik zal hem berispen.
- Ik ga hem op zijn sodemieter geven.

Shall we go out for a walk?

Zullen we een wandeling gaan maken?

Shall we drink a cup of coffee?

- Zullen we een kopje koffie drinken?
- Drinken we een kopje koffie?

Shall we add a bit more salt?

Zouden we er een beetje meer zout bij doen?

When shall you stop telling us off?

Wanneer zal je ophouden met ons uit te schelden?

My parents shall be proud of me.

Mijn ouders zullen trots op me zijn.

I shall never tell it to anybody.

Ik zal het nooit aan iemand vertellen.

How shall we deal with this matter?

Hoe gaan we dat aanpakken?

Shall I put in a few cucumbers?

Zal ik er een paar komkommers in doen?

Shall we order a bottle of wine?

Zullen we een fles wijn bestellen?

As you sow, so shall you reap.

Eerst zaaien, dan oogsten.