Examples of using "Beléd" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben verliefd op je geworden.
Ik ben verliefd op je geworden.
Ik ben verliefd op jou.
Ik ben tot over mijn oren op je verliefd!
Mijn broer is verliefd op jou.
"Mijn zus is verliefd op jou." "Wat?"
- Rot op!
- Krijg de tering!
- Krijg de klere!
- Val dood!
- Krijg de kanker!